04_foto_jonge_kieviten_verhaal_Bas_de_Hoop-2.jpg

Verslag 3

Door weidewachter Gabi Baartman

Polder Lekkerkerk West

Hoewel het weidevogelseizoen inmiddels achter ons ligt, begon onze inzet dit jaar al vroeg. Op 27 februari gingen Jessica en Janny samen naar Weidehof om het predatieplan, dat het collectief voor dit gebied had gemaakt, te bespreken.

Gezamenlijk zochten we naar manieren om de omgeving actief te betrekken bij onze inspanningen. Zo besloten we te gaan flyeren met de folder Poes in Mand, een ludieke maar belangrijke oproep aan kattenbaasjes om hun kat tijdens het broedseizoen ’s nachts binnen te houden. Daarnaast kwamen er op verschillende locaties wildcamera’s in de hoop een beter beeld te krijgen van de roofdieren, die zich in het gebied ophouden. Wat wordt er gepredeerd en wat voor invloed heeft dat op de weidevogels.

De officiële aftrap volgde op 1 maart, tijdens de startavond georganiseerd door de NVWK. Altijd een gezellige bijeenkomst na een paar maanden geen contact meer met elkaar te hebben gehad. Met ons vaste groepje: Janny, Jessica, Koos, Erik, Bernard en ondergetekende waren we goed vertegenwoordigd.

Niet lang daarna fristen we onze kennis op tijdens een cursusavond over het tellen van weidevogels en het invoeren van gegevens. En alsof dat nog niet genoeg was, volgden we thuis ook nog een e-learning. Lekker leerzaam, en handig om alles weer even op te frissen.

Want een goed beeld van het broedsucces begint bij zorgvuldige registratie. En met deze voorbereidingen waren we er weer helemaal klaar voor.

Registreren: een uitdaging met digitale hobbels

Toch blijft dat invoeren een uitdaging. Hoe goed we ook weten hoe het werkt, het blijft soms zoeken. Ik geef het eerlijk toe: het systeem van de Boerenlandvogelmonitor is niet bepaald gebruiksvriendelijk. Vergeleken met waarneming.nl voelt het omslachtig. Misschien ligt het aan mij, maar ik blijf hopen op verbetering. Gelukkig hebben we Jessica—zij pluist alles uit, weet precies waar de nesten zitten en zoekt het uit als iets ontbreekt in de monitor.

Met frisse energie begonnen we aan het broedseizoen. Tijdens de eerste controlerondes zagen we al grutto’s foerageren. Dankzij de cursus herkenden we paringsgedrag en nestindicaties, en werd het meer dan alleen weidevogels zoeken.

Al snel zagen we de eerste grutto’s en kieviten op hun nest. In de slootjes zwommen slobeenden, en tot onze vreugde spotten we zelfs een paartje zomertaling. De scholeksters en tureluurs lieten wat langer op zich wachten, maar uiteindelijk verschenen ook zij.

Ons gebied kreeg dit voorjaar bezoek van een indrukwekkend aantal gasten: lepelaars, purperreigers, watersnippen, zwarte sterns, gele kwikstaarten en zelfs een tapuit. Het leek wel een plaat van Jac. P. Thijsse.

04_foto_jonge_kieviten_verhaal_Bas_de_Hoop-2.jpg

En dan was er nog de wulp met een lamme vleugel. We probeerden de gewonde vogel te vangen voor opvang, maar zonder succes. Uiteindelijk besloten we het te laten rusten. We wilden hem ook niet teveel stress bezorgen.

Samen op pad

Na de eerste controle sloot Freek zich als nieuwkomer bij ons aan. Hij was een waardevolle aanvulling, en niet alleen omdat we daarmee een extra telescoop tot onze beschikking hadden. Dankzij zijn komst konden we vrijwel altijd met een groepje op pad, ook wanneer sommigen van ons even op vakantie waren.

Hoewel we het gebied meest vanaf de Tiendweg observeren, is het soms nodig om het weiland in te gaan. Dan is het prettig om met meer mensen te zijn – want het is best een eind lopen, en samen zie je meer.

Veranderingen in het landschap

De drie plas-drassen, twee aan de ene kant van de Tiendweg, één aan de andere, lijken een positieve invloed te hebben. Opvallend was dat de kieviten hun vertrouwde plekken verruilden voor andere delen van het gebied. Ook een aantal grutto’s nestelde dit jaar aan de andere kant. Misschien bracht die derde plasdras hun routine toch wat in de war.

Op een zondagochtend telden we zeker vijftien kievitspullen. Een prachtig gezicht, zo door onze verrekijkers en de telescoop. Maar een week later... niets meer. Geen spoor. Zijn ze ten prooi gevallen aan de buizerd die vlakbij broedt? Of was het de bruine kiekendief die regelmatig vanuit Kinderdijk overvliegt? Misschien de boomvalken in de elektriciteitsmast, kraaien, een boommarter? We weten het niet. De geplaatste wildcamera’s gaven ook niet echt een goed beeld, naast huiskatten was er verder niets op te zien. Voedselgebrek, vanwege het droge voorjaar, zou ook een rol kunnen spelen, maar bij zoveel jongen verwacht je toch dat er iets groot wordt.

04_foto_jonge_kieviten_verhaal_Bas_de_Hoop-2.jpg

We zagen telkens hetzelfde patroon: de eieren kwamen uit, we zagen pullen lopen, en daarna... stilte. We hoopten dat ze ergens uit het zicht zijn grootgebracht, maar dat was eigenlijk tegen beter weten in. Het blijft een mysterie, en een pijnlijke herinnering aan hoe kwetsbaar het leven voor de weidevogels hier in ons gebied is.

Maar toch, aan het eind van het seizoen zagen we enkele tureluurtjes die vliegvlug waren. Noteerden we toch een klein succesje. In juli en augustus kwamen bovendien grote groepen kieviten in ons gebied foerageren. Daartussen liepen duidelijk jonge vogels. Of ze uit ons deel van de Krimpenerwaard kwamen of uit de omringende polders weten we niet, maar dat doet er niet toe. Er zaten flink wat juvenielen tussen, en dát is uiteindelijk het belangrijkste. Een klein lichtpuntje in een verder zorgwekkend patroon – want opnieuw ook dit seizoen geen goede resultaten.

Reflectie en vooruitblik

Dit jaar hebben we extra aandacht besteed aan het analyseren van predatie en dat gedeeld met Weidehof. De wildcamera’s hielpen ons zoeken naar aanwijzingen, maar het blijft nog lastig om conclusies te trekken.

Was het een succesvol jaar? In aantallen nesten en pullen: ja. Maar het uiteindelijke resultaat stemt niet positief. Ons gebied is prachtig, maar de laatste jaren zijn de uitkomsten helaas minder dan we zouden willen.

Betekent dit dat we de moed opgeven? Absoluut niet. Eind januari begint het alweer te kriebelen. Dan gaan we er weer voor — met hoop, verrekijkers en hart voor de weidevogels.

Want één ding weten we zeker: onze weidevogels hebben onze hulp hard nodig.